woensdag 18 september 2013

Week 18: autoloze repaircafé-verkoop dinges

De opmerkzame lezer merkt meteen de sprong in het tijdsverloop.
Mijn zorgvuldig uitgekiend plan om vanaf nu elke week netjes een verslagje af te leveren heeft een deuk gekregen. Ik geraak er gewoon helemaal niet toe om die strakke deadline te halen en op tijd een wekelijkse blogpost te baren. Hoe ik in het begin van de zomer zelfs dagelijks een tekstje kon afleveren is mij ondertussen een raadsel, ik vermoed dat mijn hersenen in die periode overgenomen waren door een buitenaardse levenskracht die onophoudelijk volzinnen uitbraakte. Tegenwoordig is het dus een kwestie van tussen de courgettesoep en de patatten snel iets op papier te zetten, gewoon om te laten weten dat wij na 18 weken nog steeds 'alive and kicking' zijn.
Vorig weekend was ook weer zo'n moment van 'veel plannen' en 'weinig tijd'. Bij nazicht van onze kelder waren we gestoten op een immens fort van kartonnen dozen die daar ondertussen al anderhalf jaar stonden te schimmelen (figuurlijk dan). Dwergen en trollen sprongen er gelukkig niet uit bij het openen van de verpakkingen, maar wel een eindeloze stroom kleren, speelgoed en huisraad waarvan we het bestaan ondertussen vergeten waren. Ik heb ooit ergens gehoord dat spullen die je 1 jaar niet gebruikt of mist in feite overbodig zijn dus wisten we meteen wat ons te doen stond. We moesten van al die zooi verlost raken want plaats om het opnieuw in huis uit te stallen blijkt er helemaal niet te zijn. Het geld dat we hiervoor terug zouden krijgen kon dan geïnvesteerd worden in de verbouwingen. Toch was het niet gemakkelijk om die klik te maken. Aan veel voorwerpen waren we nog steeds emotioneel gehecht (oké, vooral sentimentele ik dan) en die navelstreng moest dan natuurlijk doorgeknipt worden. In mijn hoofd rijpte het briljante idee om een 'garage-sale' te houden zodat we met een minimum aan inspanning toch onze waren konden etaleren en aan een nieuwe eigenaar helpen. Ik betrok man en vriendin Cathy in het complot en de uiteindelijke verkoopdag bleek een waar succes te zijn. We hadden drankjes en hapjes voorzien voor de kooplustigen en het werd een gezellige bedoening waardoor het minder pijnlijk werd om de helft van mijn inboedel te zien vertrekken. Ondertussen zijn we zelfs al volop aan het voorbereiden voor een tweede dag op 19 oktober, want minstens de helft van de dozen moet nog worden leeggemaakt.
Wie denkt dat we na die drukke zaterdag een weekje verlof konden nemen kwam bedrogen uit want ook dit weekend staat er weer vanalles op het programma. Onze oudste zoon vertrekt zaterdag voor het eerst op scoutskamp dus dat is nog een andere navelstreng die wordt uitgerokken, gelukkig ziet hij het zelf volledig zitten. Op zondag is er na jaren opnieuw een autoloze zondag in onze Stad Kortrijk. Ik kan dit als fervent (bak)fietser enkel maar toejuichen. We staan zelf op de lijst om de school een handje toe steken bij de festiviteiten op de grote markt want aan zo'n initiatief draag ik graag mijn steentje bij. Hopelijk vinden we in de namiddag nog ergens een gaatje om langs te gaan in het eerste repaircafé in Kortrijk (linkje: https://www.facebook.com/events/186374768189064/). Eindelijk bruist Kortrijk terug op een manier zoals wij het graag hebben: niet de champagnebubbels voor de rijkere klasse maar het echte werkmansschuim van biobloed, ecozweet en transitietranen.

donderdag 12 september 2013

Week 14: Altijd solden

Een nieuwe voedselvergaartactiek dringt zich op. Zelfs met het rekenmachineshoppen in de Colruyt zitten we nog steeds boven het budget dat we in principe maar kunnen uitgeven dus er zal nog meer uit de winkelkar gezwierd moeten worden. Cas is echter slimmer dan mij. Waarschijnlijk heeft hij eindelijk door (al dan niet onbewust) dat hij als vleeswolf van het gezin de kosten de hoogte in jaagt en hij kwam zelf met een oplossing aandraven. In andere warenhuizen zoals Carrefour en Delhaize zetten ze de producten die de dag zelf genuttigd moeten worden aan -50%. Een rekensommetje is snel gemaakt en zo blijkt het vlees dan na aftrek van die korting goedkoper te zijn dan de Colruyt. Natuurlijk kunnen we niet elke dag gaan winkelen achter onze dagelijkse kost, daar hebben we helemaal geen tijd voor én dat is veel gevaarlijker voor de portemonnee, aangezien je dan meer meeneemt dan je nodig hebt. We hebben echter wel een diepvriesmonster die deze houdbaarheidsdatum kan vasthouden en uitstellen. Een nieuwe jacht is geboren. Vanaf nu doen we naast de Colruyt-commissies ook nog speurtochten in duurdere supermarkten om daar alle afgeprijsde waren te scoren. Mijn jager is getraind en pikt er als eerste de net-niet-verlepte paardenbiefstukken en bijna-slecht-geworden gehaktballen uit de vleesfrigo's. In de oertijd hadden ze het vast niet beter gekund, alhoewel daar was alle vlees 'voor vandaag te gebruiken' aangezien er nog geen frigidaires bestonden.
Meestal kunnen we genieten van een rijke oogst aan kippenbouten, koteletten, varkenslapjes en zelfs stoofvlees. Kieskeurig zijn is nu niet langer een mogelijkheid, het is eten wat de anderen hebben laten liggen. Stilaan vult onze vrieskist zich met gekleurde plaketiketten en kan ons vleeshondje op zijn 2 oren slapen, hij zal zijn stukje worst niet moeten missen. We kunnen zelfs heel af en toe genieten van exotische spijzen zoals gerookte zalm of gemarineerde steak, dingen die anders al te duur zijn om zelfs nog maar van te dromen. Hierbij blijkt dan weer dat het cliché 'honger is de beste saus' ook een waarheid als een koe is. Maaltijden die we vroeger zonder nadenken tussen de kiezen vermaalden smaken nu precies 10 keer beter omdat er bewuster gegeten wordt. Weer iets bijgeleerd dus, en waarschijnlijk ook iets dat zal blijven hangen, zelfs al hebben we later terug wat meer financiële ademruimte. Want het is toch zonde als deze ongewenste producten op het einde van de dag de supermarktcontainer in verdwijnen, om daar een stille dood te sterven tussen beschimmelde groenten en hardgeworden brood. Bovendien zijn die arme beestjes dan voor niets geslacht geworden, dat moet zelfs het hart van een niet-vegetariër raken. En zo werpt mijn wederhelft zich dapper op als 'raider of the lost steak'

woensdag 4 september 2013

Week 13: Post-vakantionele depressie

Het duurt enkele dagen vooraleer ik terug gewend ben aan ons Belgische leventje. De metamorfose in het café maakt het ook wat onwennig. Tot mijn grote verbazing is de tedere wederhelft goed opgeschoten met de werken en overtreft hij zelfs mijn verwachtingen (al moet ik eerlijk bekennen dat ik die heel laag had ingesteld, aangezien hij tijdens mijn vorige verlof enkel een trapleuning had geïnstalleerd). We hebben zowaar een plafond, er is gepleisterd op de muren (knap werk trouwens voor zijn plamuurontmaagding) en een eerste laag smetteloos witte primer weerkaatst in mijn ogen. Ook in de keuken hebben we eindelijk terug plafond én isolatie, gedaan met wakker worden van de wasmachine of bakgeurtjes die tot in onze slaapkamer dringen. Een pluim voor de man dus, dat er een reuze-afwas staat en de wasmand uitpuilt zullen we voor het gemak maar door de vingers zien.
Wat die (af)was betreft was ik al op voorhand gewaarschuwd. Ergens halverwege de reis kreeg ik een onaangenaam telefoontje met slecht nieuws op mijn bord. In een paar dagen tijd:
- had de afwasmachine definitief de geest gegeven (tenzij ze met die rooksignalen iets anders wou vertellen)
- weigerde de wasmachine het water af te pompen waardoor deze ook 'out' was
- en waren er 3 zware rekeningen binnen gekomen (autoverzekering, kadastraal inkomen en een opleg van 1.400 € voor Electrabel) die we onmogelijk konden betalen
Nog extra kopzorgen dus, die ik bewust geblokkeerd had om toch nog ietwat van de reis te genieten zonder de bittere smaak van euromiserie. Ik moet echter de koe bij de horens vatten want ik heb slechts 1 dag tijd om alles op te lossen, dinsdag moet ik terug aan het werk.
De afwasmachine laat ik links liggen, die had al eerder signalen van kamikazeneigingen gegeven en ik ben nu eenmaal geen technieker van beroep. De wasmachine neem ik wel onder handen: eens de filter goed uitkuisen, een spoelprogramma starten en wonder boven wonder werkt het beestje terug als tevoren. Ik kan het toch niet laten om dit breed uit te smeren bij manlief: de vrouw die een machine weer aan de praat krijgt terwijl hij de hele vakantie naar het wassalon is gelopen ...
De rekeningen verdwijnen echter niet zo vlot, ik moet gaan bedelen bij Electrabel voor een haalbaar afbetalingsplan en de allerlaatste reserves moeten er ook aan geloven. Een kei kunnen ze niet meer stropen dacht ik, maar blijkbaar worden er toch verwoede pogingen gedaan om bij ons geld te halen dat er niet is. Ik kan gelukkig de gedachten verzetten op het werk, waar de drukte voor het nieuwe academiejaar langzaam op gang komt. Af en toe dwaal ik nog eens mijmerend af naar Frankrijk, naar 'soleil, rivière et pré' maar we zijn terug met beide voetjes in de werkelijkheid. Aan ons om er opnieuw het beste van te maken...

dinsdag 3 september 2013

Dag 80: De terugreis

Aangezien de heenreis behoorlijk vlekkeloos was verlopen zag ik helemaal niet op tegen het terugrijden. Ik hoopte alleen dat de kinderen toch iets meer zouden slapen want deze keer zouden we volledig in het donker rijden. Vertrekken om 21u was hiervoor een goeie zet want nog voor ik in Valence was (45min rijden) lag het kleinste zwijntje al te knorren. Nog geen kwartier later volgde de dochter en toen ik mij een derde keer omdraaide was ook nummer drie uitgeteld.
Ik had nog getwijfeld tussen vertrekken op zaterdag- of zondagnacht omwille van het verkeer maar het was gelukkig heel rustig op de baan. Voor ik het wist was ik al voorbij Lyon, nochtans het minst favoriete gedeelte van de rit. Op de achterbank nog steeds geen kik dus ik besloot van rustig verder te tuffen en pas halt te houden wanneer Folke zou wakker worden voor een slok mamamelk. Ik was echter al in de buurt van Dijon en dus praktisch halverwege tegen dat meneertje zich aandiende voor een teugje. Vlug even de benen strekken op een truckersparking en met Bente naar het toilet, waar we veel bekijks hadden (Folke in de doek op mijn rug en Bente in mijn armen gedragen). Een kwartiertje later dommelden ze opnieuw collectief in en was ik alleen met de 'autobahn'. Het rijden verliep uitermate vlot aangezien ik de weg ondertussen al kende en ook het wakker blijven was geen probleem. Ik genoot zelfs van achter het stuur te zitten, zou er dan diep in mij een truckchauffeuse verstopt zitten? En waar ik in het doorgaan nog zat te wachten tot de kinderen in slaap zouden vallen, vond ik het nu toch ook wat saai dat er geen enkele ter beschikking was om een praatje mee te slaan. Om mijn gedachten af te leiden verzon ik dan maar enkele 'spelletjes':
- meezingen met de cd maar in plaats van tekst met dierengeluiden
- nummerplaten bekijken (al passeerde er bij momenten amper een auto want ik was meestal de snelste) en dan met de letters woorden vormen die de bestuurder beschrijven --> c.a.d = cholerieke alleenstaande duiveluitdrijver of f.p.r= flegmatische populaire raapzaadverkoper
- liedjes simultaan vertalen en meezingen in het Nederlands i.p.v. Engels
- dansen op je stoel met al je lichaamsdelen (zonder dat het gevaarlijk wordt), voor de mensen die mij toevallig voorbijreden tussen Lyon en Reims: ik deed geen obscene gebaren of provocerende tekens, ik was aan het elleboogdansen op gitaarmuziek.
Alles verliep dus van een leien dakje en opnieuw zag het er naar uit dat ik het uurrecord zou verbreken en nog voor 6u 's morgens in Kortrijk staan, maar dan zou ik Lolinka niet zijn natuurlijk ...
Op 300 km van huis merkte ik dat de tank voor driekwart leeg was en ik besloot om bij een volgende stop onze auto te drinken te geven. Volgens een vriendelijk infobord had ik de keuze tussen het station op 5 km of de volgende op 20km. Een blik op de achterbank vol doezelende spruiten deed mij besluiten om de tweede te nemen. Het informerende bord had er echter niet bij verteld dat er voor die 20km een splitsing kwam die mij naar een andere weg bracht waar het eerstkomende tankstation op ...52 km lag. Even slikken dus maar dat zou wel nog net lukken. Ik reed na die 52 km netjes de weg af, de 'aire' op, om vervolgens te merken dat deze midden in de verbouwingen zat en ik prompt de verkeerde route koos, namelijk deze van de camions, waar ik helemaal niet kon tanken. Terugrijden was ook geen optie wegens overal 'sens unique' en mijn leven nog niet beu. Even snel als ik was opgereden stond ik dus terug op de autostrade. Ai, daar had ik niet op gerekend en na 2 minuten waarschuwde een oranje lichtje en een pieptoon mij dat ik het volgende pompstation echt niet mocht missen. Met een zucht van opluchting reed ik dan ook 10 minuten later naar de pomp, haakte de hendel van de benzinetank los en toen gebeurde er helemaal niets! Paniek! Waren de pompen kapot of dicht?
Bij het aanpalende winkeltje zag ik enkele mensen ronddwalen als zombies op zoek naar voedsel en ik schaarde mij bij de massa om mijn probleem opgelost te krijgen. Bleek dat de winkelbediende zomaar was verdwenen enkele minuten daarvoor, hij had de pompen uitgeschakeld en het metalen rolluik van de shop dichtgedaan en had zich teruggetrokken achter een deur. Mensen die klaar waren met tanken konden niet betalen en onfortuinlijken zoals ik die dringend brandstof nodig hadden kwamen ook niet aan hun trekken. Na 10 minuten raakte het geduld op en begonnen er zich 2 groepen mensen te vormen:
*groep A: de 'angry mob'. Deze stonden waarschijnlijk stijf van koffie of energiedrank en eisten van de bediende dat hij stante pede tevoorschijn kwam. Hiertoe bonkten ze op het raam, rolluik en riepen verwensingen tegen een lege winkel.
*groep B: de 'paniekzaaiers'. Deze waren er meteen van overtuigd dat er iets ernstig aan de hand was en spraken over gewapende overvallen, hartaanvallen en terrorisme-aanslagen. Ze twijfelden over het al dan niet bellen van politie, ambulance en het leger.
Ikzelf behoorde tot groep B en maande mijn kinderen aan om terug in de auto te kruipen, stel je voor dat er plots een man met revolver opdook. Ik piepte nogmaals door het raam van de shop en kon mits nauwkeurig getuur net een lijst met telefoonnummers ontwaren aan de achterkant van het kassabureau. Ik zocht mij een lotgenote uit groep B die bereid was deze nummers te proberen en na 3 pogingen hadden we een zeker Mr Marchand aan de lijn. Die wist ons te zeggen dat het helemaal niet normaal was dat de winkel en pompen gesloten waren, aangezien deze verondersteld waren 24u op 24u beschikbaar te zijn. Hij zou onmiddellijk uit zijn pyjama en in zijn auto springen om de situatie te komen overzien. Net op het moment dat Mr Marchand als een ridder op het witte paard kwam aangestormd slenterde de pompbediende doodgemoederd vanuit het privévertrek en opende opnieuw de pompen. Ik tankte alsof mijn leven er van afging en net toen ik wou afrekenen had onze olijke bezineknecht door dat we zijn baas verwittigd hadden van zijn ongeoorloofde pauze. Mijn belvriendinnetje verontschuldigde zich door te zeggen dat we oprecht bezorgd geweest waren om de man zijn gezondheid maar ik deed netjes alsof mijn neus bloedde want de man zag er in staat uit om nog een nieuwe stunt uit te halen. Ik was blij dat ik afgerekend had en wipte spoorslags in de auto voor de laatste 200 km.
En zo arriveerde ik dan toch pas om 7u30, ik had een uur tijd verloren van mijn zorgvuldige schema dankzij een luie kassaklerk. Maar ik was blij van heelhuids thuis te zijn en verlangde maar 1 ding: MIJN BED ...

Dag 79: Aan alle mooie liedjes ...

Het is weer voorbij voor dit jaar.
Onze Frankrijk-trip loopt op zijn laatste pootjes en vandaag moesten we al afscheid nemen van Finn, Mil en Jasmien die iets vroeger terugreizen naar Belgenland. Wat op het nippertje lukte want bijna hadden ze hun TGV gemist. Bleek namelijk dat er geen tijdige busverbinding was tussen Valence Ville en Valence TGV en even zag het er naar uit dat het niet meer goed zou komen. Ik kon via sms meevolgen hoe Jasmien heldhaftige pogingen deed om taxi's op te vorderen. Toen ze er uiteindelijk eentje te pakken had deed die gelukkig alle moeite ter wereld om op tijd tot in het station te raken: bochten afsnijden, via parkings rijden en gaan liggen in de bochten om aan snelheid te winnen. Het werd een spannende race tegen de klok maar gelukkig haalden ze het net op tijd. Ferre vond het zowaar spijtig dat hij niet in de formule1-taxi zat.
Aan ons restte de taak om het kampeerterrein op te ruimen en alles opnieuw in de auto te puzzelen. Het eten was al bijna volledig verdwenen dus dat scheelde al een aantal dozen. Het afbreken van de tenten was een minder leuk werkje. In deze van Ferre en Bente vond ik een volledige dierentuin aan fauna en flora. Ik sprong zowat een halve meter omhoog toen een dikke oranje-rode spin op 2 cm van mijn hand over de tentpalen kroop. En uit het aantal naaktslakken die er op het binnenzeil zaten kon je zeker een halve liter slijm melken. De gedachte dat mijn bloedjes van kindjes tussen al deze beesterij lagen te pitten vond ik toch verontrustend. Vandaar dat Bente al eens midden in de nacht durfde schreeuwen "mama, er zit een grote sprinkhaan op mijn bed" (en als je dan slaapdronken ging gaan kijken verkondigde ze doodleuk "ik heb ze zelf al weg gedaan").
Het is opletten geblazen dat we niets vergeten want de spullen liggen zowat overal in de weide verspreid. Ferre is ondertussen mee met Lien om de ontsnapte koeien te gaan vangen want die hebben het blijkbaar op een lopen gezet in St Etienne. Ik profiteer van de gelegenheid om nog eventjes te gaan liggen want een lange terugreis staat mij s' nachts te wachten. Slapen lukt niet door de warmte dus gaan we een nachtje moeten doortrekken op natuurlijke energie.
Een ander Belgisch koppel dat logeert in de Serre de l'Homme bereid nog een lekkere ovenschotel voor het avondeten en dan is het tijd voor het afscheid.
Na 3 weken zijn we helemaal verfranst en is het moeilijk om ons los te weken van de ongedwongen sfeer, de zalige warmte en de adembenemende natuur. Lien zullen we wellicht ook pas over enkele maanden terug zien als zij nog eens naar België afzakt. Net voor vertrek valt Folke nog uit de zetel met een grote blauwe plek op zijn rug als gevolg, maar Murphy kan ons niet langer ophouden en om 21u start ik de terugrit met 3 moe-maar-tevreden-kinderen, een frigobox vol kaas en yoghurt en een pak verhalen om te vertellen bij thuiskomst.

Tot gauw St-Julien!!!

Dag 78: Hel en verdoemenis (part II)

Wie de vorige vakantiedagverslagjes heeft gelezen herinnert zich misschien het onweer van de eerste week dat van zo'n kaliber was dat ik de hele nacht angstig in mijn bed had lag te beven. Mijn opluchting was dan ook groot dat er na het ochtendgloren opnieuw een zonnige dag was aangebroken en ik was al bijna vergeten hoe dwaas ik daar had liggen trillen om wat natuurgeweld. Tot er tegen het einde van de vakantie opnieuw een dergelijke storm voorbij trok.
's Morgens hadden we al een voorgevoel dat het wel eens zou kunnen regenen en we vroegen ons af of we de geplande 'riviertocht' moesten annuleren. Het probleem was echter dat Ferre en co al enkele dagen de oren van ons hoofd 'zaagden' om deze tocht te mogen doen. Na het middageten besloten we het er dan toch maar op te wagen en we trokken met alle 7 de kinderen naar de kabbelende Sure, beneden aan ons kampeerterrein. Volgens Lien konden we een mooie wandeling van ongeveer anderhalf uur doen om dan aan te komen bij de geitenstal van Oda en Jochen, waar we ons vieruurtje zouden nuttigen. Folke zat hoog en droog op mijn rug en de andere kleintjes baanden zich een weg tussen stenen en water. De sfeer zat er in en de grootsten stippelden de beste route uit (niet noodzakelijk de droogste helaas). Na een twintigtal minuten begon het plots lichtjes te druppelen, en de eerste donder rolde door de vallei. In eerste instantie vonden we het allemaal wel spannend en we trokken vrolijk verder naar het einddoel. Na een tijdje ging het voorzichtige gedruppel over in meer stortende regen en kwamen er naast wat loos gegrom ook duidelijke bliksemflitsen bij.
Ik speurde mijn hersenen af naar basis-survival informatie en "wat te doen bij onweer" maar verder dan de gedachte dat het allesbehalve veilig kon zijn om met je voeten in het water te staan kwam ik niet. Opgeven was echter niet meteen een optie, de oevers van de rivier waren op de meeste plaatsen te hoog om er uit te klimmen dus konden we enkel verder stappen en hopen dat de lucht wat zou opklaren. Wat natuurlijk niet gebeurde.
Uiteindelijk hebben we ongeveer 2 uur geploeterd en waren we allemaal doornat. Ik had grootmoedig mijn regenjas afgestaan aan Babette waardoor ook Folke tot op het bot verzopen was in de draagdoek. En nog steeds geen geit in het zicht. Godzijdank was Moppie de hond met ons mee gewandeld en die spotte met haar hondse opmerkzaamheid onze reddingstroepen. David was er met de jeep op uit getrokken om ons te zoeken en kon ons lokaliseren dankzij Moppie haar geblaf. Hij viste ons uit het water en ik hoorde vreemd genoeg geen enkel kind klagen dat we ons einddoel niet hadden gehaald. Onderweg naar huis (heerlijk illegaal met 10 mensen in 1 auto) verzuchtten de helle stemmetjes "Wat een avontuur!". Achteraf kwam deze tocht op nummer 1 bij Ferre zijn favoriete vakantieherinneringen, al beweerde hij de dag zelf dat hij nooit meer in de rivier wou stappen. De kinderen trokken afgemat naar hun tent en al gauw sliepen ze als roosjes. Wat niet van de mama's gezegd kan worden. Die hebben nog de helft van de nacht wakker gelegen door het aanzwellende onweer en met schrik vroegen we ons af of we de kinderen niet bij ons in de caravan moesten nemen. Geen van ons beiden had echter de moed/zin om in het gutsende wolkennat naar de tenten te lopen dus besloten we dan maar de moederlijke wacht te houden vanuit ons plastieken huis. De volgende ochtend bleek dat geen van de vier rakkers iets had gemerkt van al dat gedonder en gebliksem, die hadden gewoon als een blok geslapen. Er volgde dan nog een dagje met een sporadische regenbui die Jasmien dapper trotseerde om met Ferre en Finn een fikse bergwandeling te doen. Ik bleef echter wijselijk binnen met de rest van het gebroed, ik had mijn portie wel gehad ondertussen.