woensdag 29 oktober 2014

Schaamrood

Om één of andere reden lijk ik onheil en rampspoed aan te trekken, alsof Murphy een dagtaak heeft met mij alleen. Gelukkig zijn het meestal geen ernstige zaken maar wel dikwijls gebeurtenissen waarbij ik liefst ter plekke door de vloer zou zakken wegens een verschrikkelijk hoog schaamrood-gehalte. Zo zijn er zelfs enkele memorabele momenten die al meegaan vanuit mijn jeugd en nog steeds zo gênant zijn dat ik wenste dat ze iemand anders waren overkomen. De meeste mensen die mij kennen hebben ondertussen het 'hand-vast-in-de-condoomautomaat'-verhaal wel al gehoord, ondertussen zowat uitgegroeid tot een urban legend, maar helaas voor mij wel echt gebeurd. Op dezelfde leeftijd leek mijn hoofd ook een magneet te zijn voor vreemde voorwerpen en werd ik achtereenvolgens gevloerd door een sjorpaal (een week ziekenhuis met zware hersenschudding), een golfbal (kwam ook serieus hard aan) en een hamer (goed voor een buil op mijn voorhoofd ter grootte van een uit de kluiten gewassen kippenei).
Sinds ik moeder ben lijkt het enkel maar erger te worden, want vaak spelen nu ook mijn kinderen een rol in mijn schaamtelijke escapades. Zo loopt er op het forum van MamAditi (een gemeenschap rond 'natuurlijk opvoeden') een topic over alle gênante momenten die de mama's al hebben meegemaakt en ik ben daar dan ook vaste klant aan huis. Sommige voorvallen zijn mijn eigen schuld en had ik kunnen vermijden mits wat beter opletten, daaronder vallen 'je bevallingsfoto's inscannen op het werk en naar het algemeen mail-adres sturen i.p.v. naar je persoonlijke account' en 'de handleiding om zelf een inlegkruisje te naaien op het kopie-apparaat laten liggen'. Daarnaast zijn er ook de feiten die uit postnatale vermoeidheid voorkomen, zoals de nipplegates: de deur open doen terwijl je ervoor borstvoeding aan het geven was en dus je gast met ontblote boezem verwelkomen (gelukkig meestal half afgeschermd door een baby), met melklekken door je kleren in het openbaar verschijnen (meermaals op het werk), rondreizende borstcompressen die plots op de vreemdste plaatsen opduiken (net niet tussen je boterham) of de recentste 'je kind voeden in de draagdoek en er bij het loswikkelen van de doek niet meer aan denken dat je eerst jezelf moet fatsoeneren'. In een gelijklopend discipline valt ook de gebeurtenis van vorige week te catalogiseren; Ik was even langsgegaan op mijn werk om Birke te gaan showen aan mijn collega en mijn vervangster. Op een bepaald moment krijgt die kleine wurm natuurlijk honger en ik besluit hem ter plekke te voeden, achteraan in het magazijn (ik werk in een boekenwinkel). Meneertje hapt aan , drinkt enkele slokken en de melk begint toe te stromen. So far so good, ik zit ondertussen gezellig te converseren met vervangster/vriendin Jo en mijn collega E. Plots laat baby B echter los, waardoor er een melkfontein vrijkomt en deze bespuit ei zo na mijn (mannelijke) collega. Ik heb thuis al dikwijls mijn eigen kinderen en huisraad besproeid met mijn witte goud, maar dit was nog net iets erger. Bleek dat moedermelk ook niet gewoon opdroogt, maar echt vlekken nalaat op de zwarte tegelvloer. Bij deze weet ik dus ook, dat ik indien nodig mijn sproeiers als wapen kan inzetten.
Iemand anders die ook zijn spuitmodus gebruikt is Birke zelf. Een goed gemikt plasje babykots is altijd hilarisch en wordt door het slachtoffer vaak maar opgemerkt als de helft van de stad het al gezien heeft. Of het gebeurt gewoon live zodat je het niet kunt verdoezelen (enkele weken geleden stond ik gezellig met iemand te praten terwijl mijn schouder ondertussen het doelwit was van een halve liter onverteerd melk).
Ik kan eigenlijk nog talloze voorbeelden opnoemen van situaties waarin ik de hoofdrol speelde in mijn eigen slapstick-film: met je kleed in je kousenbroek door de colruyt lopen en pas bij de kassa gewaarschuwd worden, kinderen die op de meest ongepaste momenten hun kleren uitdoen/hun gevoeg doen/beschamende opmerkingen maken over hun moeder, zichzelf of voorbijgangers (een buschauffeur heeft er bvb geen boodschap aan dat een kind bij het instappen keiluid verkondigd 'mijn mama heeft haar op haar poep' en ook die arme behaarde mens op de trein was liever niet met Furby vergeleken vermoed ik), naar het toilet gaan en niet doorhebben dat de slippen van de draagdoek in de wc-pot hangen,... de reeks voorvallen lijkt wel eindeloos. Gelukkig ben ik naast het mikpunt van onheil ook gezegend met een flinke dosis zelfrelativering en humor. We lachen al die ellende dan gewoon netjes weg, al dan niet met blozende wangen. Want er is meer nodig om Lolinka klein te krijgen!


zondag 26 oktober 2014

Gestript

Aaaah vakantie, heerlijk met de voetjes in de lucht een boekje lezen en een theetje drinken, geen stress en geen zorgen ...

Terwijl ik dit schrijf kan ik live de ruzie in de kinderkamer volgen via de babyfoon. Ik heb de aanleiding gemist maar het moet een serieuze zaak geweest want Bente krijst mijn trommelvliezen naar de verdommenis en Ferre verzekert koelbloedig dat hij zijn zus gaat vermoorden, niet wetende dat big mother alles kan opvangen. In de living is Folke ondertussen wel gezellig aan het spelen, wat ook een wonder kan genoemd worden aangezien er praktisch geen vierkante centimeter vloer meer vrij is om zijn speeltuigen op kwijt te kunnen. De combinatie van viltstift en snot die breeduit over zijn gezicht gesmeerd is negeren we even voor de het gemak, de 10-minuten durende scène deze morgen indachtig toen ik nog maar met een zakdoek in zijn buurt kwam.
Niets ontspannen aan zo'n vakantie met de kinderen in huis, wat er ook beweerd wordt. Ik meende trouwens van vorige week enkele dagen op mijn lauweren te kunnen rusten omdat mijn kinderbestand procentueel daalde met een kwart. Ferre vertrok woensdag op 'stripklassen' met zijn school. In eerste instantie keek ik nogal verbaasd op toen hij dit kwam aankondigen; In mijn tijd gingen we namelijk op bosklassen of op zeeklassen, maar van een reisje om 6- en 7-jarigen op muziek uit de kleren te leren gaan had ik nog nooit gehoord. Een blik op het boekje dat hij mee had leerde mij echter dat het onderwerp van hun uitstapje 'strips' was, tenzij Tante Sidonia als sekssymbool geboekstaafd staat.
Het gekozen thema was meteen een dikke schot in de roos voor mijn oudste, hij is verzot op stripverhalen. Sinds hij vorig jaar vlot leerde lezen in het eerste leerjaar verslindt hij tekstballonnetjes alsof het snoepjes zijn. Waar ik vroeger 1 keer per week naar de bibliotheek trok op zaterdagvoormiddag, moet ik tegenwoordig al 2 of 3 keer de leesvoorraad gaan verversen om mijn boekenmonster tevreden te houden. Ik tank telkens onzer beiden kaarten vol: 10 strips per fiche en ook nog een resem dvd's voor de analfabetische kleinere kinderen in huis. Meestal krijg ik de dag erna al te horen dat meneertje ze allemaal heeft uitgelezen en zich bijgevolg 'verveelt'.
Zijn lievelingsstrips zijn deze van Urbanus, hij koos dan ook de breedbebroekte baardmans uit als personage om zich in te verkleden op zijn stripklassen. Hij mag zich dan ook wel gelukkig prijzen dat moeder wat naaitalent in de vingers heeft en vooral veel zin voor improvisatie want Urbanus-verkleedpakjes kun je bij mijn weten niet kant-en klaar in de winkel halen. Een snelle ronde in de kringloopwinkel (met boodschappenlijstje, dat vonden de medewerkers ter plekke precies wel grappig) bracht mij het merendeel van de benodigdheden aan. Ik koos een blauwe longsleeve, een paar bretels (helaas hadden ze enkel felroze), 2 petten (donkerblauw en rood) en vond op de herenafdeling een rode XL-short die prima verbouwd kon worden tot de juiste outfit.
Van de 2 petten maakte ik 1, de broek kreeg een kleine make-over met toegevoegde stippen en ik moest ook het 'jupiler'-logo verdoezelen en er werd een baard geknutseld van watten en karton. Ik slaagde er in om dat alles tegen een strakke deadline en met een slapend kind op de arm/buik/rug voor elkaar te krijgen, de zoon kon weer trots zijn.
Hoe hij het nu effectief gesteld heeft op die striptocht weet ik eigenlijk niet zo goed, daarvoor kreeg ik niet genoeg feedback van hem. Ik kan enkel hopen dat hij zijn Urbanus-idolatrie heeft beperkt tot de kledij en dat het gevloek en de vuile praat uit de beeldboekjes achterwege is gebleven. En nu ga ik net zoals die sloor van een Eufrazie de living opruimen voor er echt doden vallen, en het niet enkel bij kinderdreigementen blijft.



woensdag 22 oktober 2014

To borrel or not to borrel?

Ik heb er eigenlijk geen idee van of het anno 2014 nog 'in' is om een traditionele babyborrel te organiseren bij de geboorte van een nieuwe spruit. Er zullen ongetwijfeld al hippere formules zijn overgewaaid uit Hollywood, zoals een baby-wellness-arrangement (met het hele gezelschap eerst in een baarmoedervormig zwembad en daarna door een stoomtunnel om dan uit te komen in een broeierige sauna), het verorberen van ritueel gebakken placentakoekjes of voor de sportievelingen: gaan paintballen met de kleine?
Toch kozen wij er vorig weekend voor om onze vrienden en familie te vergasten op een namiddagje collectief babysnuffelen en ik wou even kwijt waarom, want blijkbaar heb je voor- en tegenstanders van deze aanpak.
Bij de geboorte van onze oudste zoon hadden we nog zeeën van tijd om het bezoek mondjesmaat thuis te ontvangen en uitgebreid te verwennen met aandacht en een fles bubbels. Onze hele wereld draaide op dat moment dan ook enkel en alleen rond dat rozig rimpelmensje dat totaal afhankelijk was van ons. Vanzelfsprekend vonden wij dit de mooiste boreling ooit en daarom moest deze aan iedereen uitgebreid geëtaleerd worden. Omdat ik vroeg was beginnen leggen was ik zowat de eerste in onze vriendenkring/familie die überhaupt een bébé had om mee te pronken dus de aandacht voor dat schepseltje was niet min.
Een goeie twee jaar later hadden we opnieuw het groot lot gewonnen, al zat er deze keer een paar centimeter minder vlees aan: een pracht van een dochter vervoegde onze gelederen. Ook nu was er nog steeds interesse vanuit de buitenwereld om het wurmpje met eigen ogen te komen aanschouwen, men wilde vast eens zien of dat papa's kleine prinses uit dezelfde genenpoel was geschapen en of broer en zus wel degelijk op elkaar leken. Ondertussen waren we echter verhuisd naar een klein huurhuisje in een naburig dorp en werkte Cas 's avonds in de zaak waardoor het voor ons gemakkelijker was om de visite te kanaliseren en samen te lokken naar zo'n befaamde 'babyborrel'. Vlagjes werden opgehangen, de drank stond fris en er waren knabbeltjes voorzien. Centraal stond natuurlijk de kleine Bente, die toen al genoot van alle aandacht, en het werd een geslaagde dag.
Toen net geen drie jaar later een raketbaby ons leven in flitste en Folke dus ter wereld was gekomen, aarzelden we dan ook geen seconde om opnieuw een feestje op touw te zetten als verwelkoming voor onze tweede zoon. Het gemak van één keer een grote opkuis (en dus niet elk weekend te moeten stressen om je huis op orde te krijgen), geen laat-avondbezoeken waardoor twee kleuters hun bedtijd gerekt zien en de constatering dat de mensen er onder elkaar ook een plezante boel konden van maken woog door tegenover het feit dat je op zo'n borrel maar beperkt met gasten kan converseren en dus je belangstelling moet rantsoeneren per persoon. Uiteindelijk kan er later ook nog altijd een keertje afgesproken worden, als de zuigeling al geen 'platte baby' meer is en wat meer heen- en weer geloop kan verdragen.
Begin januari werden we verrast door het nieuws dat er blijkbaar een 3+1 gratis-actie liep en we voor de vierde keer in verwachting waren. Of dit een blijde boodschap was voor de papa laat ik in het midden, maar er kwam in elk geval een halve bak Orval aan te pas om de bekendmaking door te spoelen. Birke was echter niet te stoppen, al liet hij even op zich wachten, en op 16 september maakte hij dan eindelijk ons gezin compleet. Deze keer had ik het lumineuze idee om de peuterparty te combineren met mijn 30ste verjaardag en zondag was het dan zover en werd er gefuifd om het nieuwe en het reeds bestaande leven te vieren. Ik moet eerlijk bekennen dat ik verwachtte dat de opkomst een pak lager ging liggen dan de vorige keren. Ik meende dat de meeste mensen nu wel al gezien hadden welke creaties de samensmelting van onze genen voortbrachten en dat de sleur er al wat in zat. Voor mij blijft elk kind natuurlijk even speciaal maar voor een extern kan het algauw lijken alsof ik levende legbatterij ben. Groot was dan ook mijn verbazing toen het café na anderhalf uur barstensvol zat met grote en kleine mensjes. Birke zelf merkte er niet veel van want die kampeerde zowat de ganse dag in de draagdoek, maar voor Cas en mij was het een aangename overrompeling. Veel volk betekende natuurlijk nog minder spreektijd per persoon en dat is wel spijtig, maar ik had de indruk dat er vredig verbroederd werd onder de invités en er zelfs bendevorming ontstond. Achteraf was ik dan wel pompaf maar het was het zeker waard. Het was werkelijk hartverwarmend om te merken dat ook een vierde kindje nog 'het ziene waard' is, al vermoed ik dat een deel van het publiek ook gewoon graag een preview had van de nieuwe zaak. Opmerkelijk was ook dat de gegeven geschenkjes zorgvuldig waren uitgekozen en dus echt een schot in de roos waren, een mens zou voor minder al eens sentimenteel worden. Een foute gedachte flitste even door mijn hoofd, namelijk dat het erg spijtig was dat Birke ons laatste popje in de rij is, want zo'n leuke fuifski zou ik best nog wel eens op poten willen zetten. Om mijn wederhelft geen blijvend trauma te bezorgen verzin ik wel een andere gelegenheid, want vanaf nu is het echt gedaan met baby's kopen. Bij deze staat het dan ook zwart op wit, en geen borrel die daar nog verandering kan in brengen.






*omwille van de privacy staan er geen foto's op van onze genodigden, maar er was dus wel degelijk volk ...

woensdag 15 oktober 2014

Kleine wasjes, grote wasjes ...

Toen ik net bevallen was van Folke sprak ik met een mama die reeds haar vierde telg had geproduceerd. Ze wist mij te vertellen dat het grote verschil tussen 3 of 4 kinderen hem in de hoeveelheid wasgoed lag. Op dat moment kon ik mij daar niet zoveel bij voorstellen, ik was toen in topvorm en helemaal mee met mijn huishoudelijke taken dus ik kon mij niet inbeelden dat 1 petieterig babietje extra voor zo'n contrast zou zorgen.
Een paar weken voor de bevalling van Birke herinnerde ik mij echter deze wijze woorden, namelijk op het moment dat ik de inimini-kleertjes van de zolder haalde en de kasten van de andere 3 moest reorganiseren. De stapels kleren waren dermate groot dat zelfs mijn die-hard nestdrang het niet aankon en ik de hulp van een vriendin inschakelde om ons een weg te banen door de textieltsunami. En dat was nog maar het begin!
Sinds 16 september draait de wasmachine hier zwaar overuren en weet ik eindelijk waarvoor de mama van toen mij probeerde te waarschuwen. Het lijkt wel of ik constant loop te zeulen met manden vol droge en natte was; een eindeloze stroom van beplaste, bekotste, bevuilde en bevlekte plunje. Het begon al met de bevalling, een evenement dat zodanig bloederig was dat er achteraf overal sporen moesten worden weggewassen en uitgewist. Zelf lag ik uitgeteld op het kraambed (in dit geval onze zetel) maar gelukkig kon ik rekenen op de hulp van mijn grootmoeder, die zich als vrijwilliger opwierp om onze was weg te werken. Het kranige dametje sleurde talloze manden heen en weer tussen Kortrijk en Lauwe, wroetend gelijk 'Blanche en zin peird'.
En toch leek het einde nooit in zicht, de bodem van de verzamelmanden bleef steevast bedekt, hoe snel mémé ook probeerde bij te benen. De kraamhulpen hadden het genoegen om hun dagtaak te beginnen met het buiten hangen van de 's nachts gewassen spullen, een job waarbij ze steevast besprongen werden door onze kat Bimbo, ondertussen de schrik van elkeen die zich in de buurt van de wasdraad waagt.
Ik maakte ondertussen (nog steeds vanop mijn kraamtroon) een analyse van de oorzaak van deze plotse stortvloed aan wasgoed.
Het feit dat we nu met drie kinderen in de luiers zaten was al een eerste probleem. De oudste draagt dan wel 'vuilnisbakpampers' 's nachts, maar nummer drie en vier hebben fulltime katoentjes rond de billen, een bewuste keuze die onder normale omstandigheden eigenlijk niet veel bijkomend werk oplevert, maar nu dus wel. Daarnaast heb ik ook het geluk van gouden melkstromen te genereren; een groot voordeel voor mijn baby, die lekker kan groeien op mamamelk, maar een nadeel voor onze wasmachine: dagelijks heb ik ettelijke borstcompressen, tetradoeken en zelfs handdoeken nodig, gewoon om het teveel aan melk in goede banen te leiden. Bovendien kan Birke het niet altijd even goed meester en loopt zijn emmertje al dikwijls eens over, met nog wat extra bespuugde doeken, babypakjes en slabbetjes als bonus. Besparen op eigen kledij is ook geen optie want het vrolijke kotsertje zorgt dat mama (en ook papa als die in de vuurlinie terecht komt) zeker niet meer dan 12u dezelfde outfit kan aanhouden. Los daarvan is er nog de babygerelateerde handel zoals dekentjes, lakentjes, draagdoeken, knuffellapjes en binnenkort speelgoed (vliegt hier allemaal de machine in) die graag eens een beurt krijgen. Ook de andere kinderen trekken al eens propere kleren aan, dat is helaas niet veranderd omdat er een broertje bij is gekomen. Tel daar dan nog eens een echtgenoot bij die overdag nog steeds aan het verbouwen is (=tenues vol plaaster, verf en stof) en 's avonds gaat werken (hoort een passende plunje bij, liefst zonder babyspuug) en dan kom je snel aan de som van 6 volle machines per week.
Ik hoop dan ook van harte dat dit slechts een tijdelijke fase is (dat wist de mama in kwestie mij niet te vermelden, misschien omdat ze er zelf nog middenin zat?) want het vooruitzicht van een living vol droogrekjes tijdens de winter spreekt mij niet echt aan. Ik moedig mijn baby en mezelf dan ook aan om de lichaamssappen langzaam onder controle te krijgen en zo terug te evolueren naar het prenatale wasritme van 4x/week. Mijn wasmachine en mijn portemonnee gaan dan een zucht verlichting slaken, en mijn mémé kan een leukere hobby gaan zoeken. Of komt daarna gewoon de fase waarbij er dubbel zoveel afwas is omdat er een kleintje mee aan tafel gaat?? Laten we daar maar nog niet aan denken ...