dinsdag 2 juni 2015

Geschwisterliebe

Na exact 2 jaar en 2 maanden werd de alleenheerschappij van koning Ferre Pjotr Casimir doorbroken. Op een zaterdag in mei kwam er een troonopvolgster bij en moest de moederkoek voortaan gedeeld worden.
Ik had gelukkig 9 maanden tijd gehad om mij helemaal in te lezen in de materie en potentiële veldslagen te anticiperen. Volgens gerenommeerde academische naslagwerken zoals 'Ouders van Nu' mocht ik mij bij de oudste verwachten aan jaloerse driftbuien, terugkerend babygedrag, stiekeme aanvallen op de hulpeloze zuigeling of net het compleet negeren van haar bestaan. We hadden ons al schrap gezet voor een helse strijd maar de eerste 2 jaren gebeurde er niets van dat. Tot onze grote verbazing sloot de kleine tiran de prinses meteen in zijn hart en na enkele weken was het alsof we altijd met zijn vieren geweest waren.
De ellende kwam pas achteraf, kort nadat Bente gestart was met haar schoolcarrière. Tot dan toe had ze zich voorbeeldig geschikt naar de wensen en grillen van haar oudere broer en gediend als zitzak, stootkussen, zondebok en speeltuig. Ze liet zich zonder morren eten en speelgoed uit de handjes stelen en ondanks de lauwe interesse van zijn kant was ze één en al adoratie voor die rebelse krullenkop.
In de klas kwam ze echter plots tot het besef dat ze al jaren met zich liet sollen. Bij mijn volgzame, rustige baby groeide er eensklaps haar op de melktandjes en ze ontplooide zich tot een mondige kleuter die zich niet langer op de kop liet kakken. Voortaan begon ze te vechten voor haar territorium en haar bezit. Vanaf dan was het gedaan met de rust, de rush naar ouderlijke aandacht werd ingezet en de adoratie maakte plaats voor rivaliteit. Voortaan moest alles minutieus in gelijke porties verdeeld worden: liefde, voedsel en alle materiële zaken; een vermoeden van voortrekkerij was al voldoende om de boel in lichterlaaie te zetten. De kleinste moest daarbij meestal het onderspit delven wegens fysiek achtergesteld maar dat compenseerde ze bij voorkeur met een groter stemvolume en schreeuwfactor 9.
Na de geboorte van nummer 3 veranderden de verhoudingen opnieuw. De oudste zag vooral een bondgenoot in zijn kleinere broer, terwijl de dochter de grond onder haar voeten heet voelde worden en de alle registers open trok om haar moeilijk verworven positie ten allen tijde te verdedigen (had ik die boeken dan toch niet voor niets gelezen). De opflakkering van jaloezie was gelukkig van korte duur want opnieuw hadden wij gekozen voor een boreling van het gedweeë type en met zijn blonde haartjes, diepblauwe ogen en ontwapenende glimlach kon hij de oudere overtuigen van zijn onschuld. Zelfs zijn schoolgaan maakte niet bijzonder veel verschil want hij bleef eerder zijn pacifistische aard trouw.
En toen kwam er nog eentje bij.
Eventjes was het terug zoeken naar hun plek maar qua jaloezie bleef het bij een kleine rimpeling op het wateroppervlakte. Folke besefte zelf amper dat hij zijn benjaminspositie en de bijbehorende extralegale voordelen kwijt was en zette zonder problemen een stap opzij. Het ventje had immers nog maar zelden van onverdeelde aandacht kunnen genieten en miste het dan ook niet. De storm tussen kind 1 en 2 bleef daarentegen onvermoeid verder razen. Dagelijks terugkerende ergernissen zijn het spanningsveld stilte-lawaai (het eeuwige gezang van de dochter dat enorm op de zenuwen van de oudste werkt), de ongelijke verdeling van goederen en diensten, de tegenstrijdige interesse (minecraft, computerspelletjes en games versus prinsessen, nagellak en barbies), gendergerelateerde wrevel, verkeerde communicatie, ... kortom elke scheet is hier zowat een atoombom die ontploft. Van broeder/zusterliefde is er nog niet echt sprake, maar als ik dan terugdenk aan mijn eigen jeugd dan maak ik mij geen zorgen. Ik heb zowat altijd op voet van oorlog geleefd met mijn middelste zus. We bestoken elkaar niet enkel met scheldwoorden maar dikwijls kwam er zelfs fysiek geweld bij te pas (met stoelen gooien, knijpen, haren trekken, ...). Pas toen ik het huis uit ging om te trouwen veranderde de verstandhouding en was er opeens geen vuiltje meer aan de lucht. Ik leef dus op hoop, over 18 jaar hoef ik vast niet meer te bemiddelen bij al dat gekibbel. Dan gaan ze misschien wel blij zijn dat ze elkaar hebben om lief en leed te delen, terwijl dat nu nog niet eens lukt met een koek.

Geen opmerkingen: